Koedood rust eerste binnenvaartschip uit met waterstofaandrijving
Emissievrij over de waterwegen
De binnenvaart is niet meer weg te denken uit de Europese goederenvervoersketen. Integendeel: de EU heeft zichzelf tot doel gesteld om vanaf 2050 als eerste economische ruimte klimaatneutraal te opereren en om dit te bereiken wil zij de binnenvaart sterker promoten als een van de meest CO2-efficiënte vervoermiddelen. Maar om de nog steeds vrij hoge uitstoot van verontreinigende stoffen op het 40.000 kilometer lange waterwegennet significant te verminderen, kiest de EU ook hier voor schonere aandrijvingen zowel door een effectieve nabehandeling van uitlaatgassen als door het realiseren van nieuwe aandrijvingsvormen.
Op beide gebieden laat Koedood zien een competente partner te zijn. Het bedrijf, dat gevestigd is in Hendrik-Ido-Ambacht bij Rotterdam in Nederland, rust bestaande schepen uit met dieselmotoren die voldoen aan de strenge grenswaarden van de EU-uitlaatgasemissienorm V. "De aanzienlijke vermindering van stikstofoxide werd mogelijk gemaakt door de ontwikkeling van een eigen uitlaatgasnabehandelingssysteem dat we Koedood Engine & Emission System noemen, kortweg KEES," vertelt Sander Roosjen, Research and Development Manager bij Koedood.
Modulair systeem in 20-voet-formaat
De systemen worden K2 genoemd een verwijzing naar de twee betrokken bedrijven, Koedood en Kooiman, en naar de chemische waterstofformule H2 en kunnen in een standaardcontainer van 20 voet worden ingebouwd. Ze bestaan uit 32 PEM-brandstofcellen met lage temperatuur, de luchttoevoer en een koelcircuit. De benodigde waterstof wordt in samengeperste vorm aan boord meegenomen.
Afbeelding 1: De waterstofaandrijving K2 die ontwikkeld is door Koedood en Kooiman, in een testopstelling vlak voor de installatie.
Afbeelding 2: De 32 PEM-brandstofcellen met lage temperatuur produceren de energie om het schip voort te bewegen.
Sensorsysteem zorgt voor optimaal efficiëntie
Voor de bewaking en optimale werking van dit systeem vertrouwt Koedood op talrijke sensoren van ifm, waaronder de grensstandsensor LMC100, de temperatuursensor TA2405, de druksensor PT5503 en de niveausensor LR9020. "Vooral omdat het een compleet nieuw aandrijfsysteem is, willen we natuurlijk zoveel mogelijk gegevens verzamelen om er zeker van te zijn dat het systeem goed werkt, aldus Roosjen.
De brandstofcelaandrijving wordt daarom bewaakt met ongeveer 60 sensoren, en de gegevens worden doorgestuurd naar het IT-niveau en daar verwerkt.
"Om het best mogelijke rendement te bereiken, is het noodzakelijk dat alle relevante proceswaarden exact worden nageleefd. Daarom is het voor ons belangrijk dat de sensoren op de lange termijn betrouwbaar en nauwkeurig werken. De brandstofcellen moeten continu worden voorzien van lucht met een constante vochtigheidsgraad. De werktemperatuur van de brandstofcellen moet ook op een constant niveau worden gehouden voor de best mogelijke energieopbrengst." Naast de energie waarmee de spanning voor de scheepsmotoren en boordelektronica wordt opgewekt, wordt er tijdens het conversieproces ook zuiver water geproduceerd. Een deel daarvan gebruiken we in de procescyclus als koelwater, waarvan we de aanvoer ook permanent moeten garanderen. We kunnen overtollig water gemakkelijk en zonder bezwaar uit het circuit pompen."
Afbeelding 1: Het complexe proces wordt nauwlettend bewaakt me een groot aantal sensoren om het best mogelijke rendement te realiseren.
Afbeelding 2: Waarden zoals druk, niveau en temperatuur moeten voortdurend nauwkeurig worden gemeten, zodat de waterstofaandrijving efficiënt werkt.
Afbeelding 3: Alle proceswaarden altijd in beeld: De sensorgegevens worden niet alleen in de besturing, maar ook op IT-niveau verwerkt. Vooral in het kader van nieuwe ontwikkelingen kunnen afwijkingen snel worden opgespoord en kunnen optimalisatiemogelijkheden worden vastgesteld.
Koedood vertrouwt op ifm als innovatief bedrijf
Koedood verricht baanbrekend werk bij de ontwikkeling van een aandrijfsysteem voor de binnenvaart dat geen verontreinigende stoffen uitstoot.
"Als innovatieve onderneming hebben we het ontwikkelingspotentieel van de binnenvaart om een nog milieuvriendelijker vervoermiddel te worden onderkend en willen we ons steentje bijdragen met schone aandrijvingsoplossingen," zegt Sander Roosjen. "Wij werken in deze context graag samen met ifm, omdat ifm van zijn kant de ontwikkeling van zijn sensortechnologie voortdurend stimuleert. ifm begrijpt precies wat onze eisen zijn en wat wij willen bereiken en daarvoor bieden zij ons de noodzakelijke automatiseringsoplossingen. Als we samenwerken en onze sterke punten en competenties bundelen, komen we verder. En dat is precies wat ifm en Koedood doen bij de maritieme brandstofcelaandrijving."
Conclusie
Koedood stimuleert de transformatie van de binnenvaart naar schone aandrijvingsoplossingen met innovatieve ontwikkelingen. Voor de waterstofaandrijving vertrouwt het bedrijf ook op de technische competentie en de processensoren van ifm om de hoogst mogelijke prestaties van de aggregaten te realiseren.