3-assige IO-Link-trillingssensor voor slimme conditiebewaking

• De aanbevolen montagepositie bevindt zich in de regel verticaal of horizontaal ten opzichte van de as op elk kogelagerpunt van de machine.
• Sensormontage in een solide machinestructuur zonder elastische tussenlagen, bijvoorbeeld beschermende kappen.
• De uitlijning van de meetassen moet in acht worden genomen; idealiter moet één meetas verticaal ten opzichte van de as staan(=belastingszone) en steeds één as horizontaal en axiaal ten opzichte van de as.
• Een permanente schroefverbinding heeft altijd de voorkeur, maar indien nodig kunnen montagetoebehoren, zoals magneetadapters of lijmadapters, worden gebruikt.
• Bij machines die aanzienlijk groter dan 0,5 m zijn, wordt geadviseerd minstens twee sensoren op de desbetreffende lagerpunten te gebruiken. Hetzelfde geldt als twee machinedelen zijn gescheiden, bijvoorbeeld door een koppeling of andere componenten.

• De aanbevolen montagepositie bevindt zich in de regel verticaal of horizontaal ten opzichte van de as op elk kogelagerpunt van de machine.
• Sensormontage in een solide machinestructuur zonder elastische tussenlagen, bijvoorbeeld beschermende kappen.
• De uitlijning van de meetassen moet in acht worden genomen; idealiter moet één meetas verticaal ten opzichte van de as staan(=belastingszone) en steeds één as horizontaal en axiaal ten opzichte van de as.
• Een permanente schroefverbinding heeft altijd de voorkeur, maar indien nodig kunnen montagetoebehoren, zoals magneetadapters of lijmadapters, worden gebruikt.
• Bij machines die aanzienlijk groter dan 0,5 m zijn, wordt geadviseerd minstens twee sensoren op de desbetreffende lagerpunten te gebruiken. Hetzelfde geldt als twee machinedelen zijn gescheiden, bijvoorbeeld door een koppeling of andere componenten.

• De aanbevolen montagepositie bevindt zich in de regel verticaal of horizontaal ten opzichte van de as op elk kogelagerpunt van de machine.
• Sensormontage in een solide machinestructuur zonder elastische tussenlagen, bijvoorbeeld beschermende kappen.
• De uitlijning van de meetassen moet in acht worden genomen; idealiter moet één meetas verticaal ten opzichte van de as staan(=belastingszone) en steeds één as horizontaal en axiaal ten opzichte van de as.
• Een permanente schroefverbinding heeft altijd de voorkeur, maar indien nodig kunnen montagetoebehoren, zoals magneetadapters of lijmadapters, worden gebruikt.
• Bij machines die aanzienlijk groter dan 0,5 m zijn, wordt geadviseerd minstens twee sensoren op de desbetreffende lagerpunten te gebruiken. Hetzelfde geldt als twee machinedelen zijn gescheiden, bijvoorbeeld door een koppeling of andere componenten.

• De aanbevolen montagepositie bevindt zich in de regel verticaal of horizontaal ten opzichte van de as op elk kogelagerpunt van de machine.
• Sensormontage in een solide machinestructuur zonder elastische tussenlagen, bijvoorbeeld beschermende kappen.
• De uitlijning van de meetassen moet in acht worden genomen; idealiter moet één meetas verticaal ten opzichte van de as staan(=belastingszone) en steeds één as horizontaal en axiaal ten opzichte van de as.
• Een permanente schroefverbinding heeft altijd de voorkeur, maar indien nodig kunnen montagetoebehoren, zoals magneetadapters of lijmadapters, worden gebruikt.
• Bij machines die aanzienlijk groter dan 0,5 m zijn, wordt geadviseerd minstens twee sensoren op de desbetreffende lagerpunten te gebruiken. Hetzelfde geldt als twee machinedelen zijn gescheiden, bijvoorbeeld door een koppeling of andere componenten.

Een 3-assige meting biedt belangrijke voordelen ten aanzien van functie, flexibiliteit en kosten. Voor veel toepassingen is een 3-assige meting echter niet absoluut noodzakelijk om schade te detecteren.
Afhankelijk van de kinematica en het ontwerp van de stijfheid van de machines axiaal, horizontaal of verticaal verschillende intensiteit of kenmerken hebben. Een 3-assige meting biedt flexibiliteit in de montage en registreert alle drie dimensies en daarmee ook verschillende excitaties doeltreffend.
Bovendien hebben bepaalde machinegeometrieën en zekere foutbeelden een aanzienlijke invloed op de richting van de schadeontwikkeling. Een verkeerde uitlijning van assen kan bijvoorbeeld dominant zijn in de axiale of radiale richting, of onbalans/ schokken in bepaalde machinegeometrieën kunnen ook meer uitgesproken zijn in verschillende richtingen.

Meer over Eén-assige versus meer-assige meting

Dankzij de 3-assige MEMS-technologie kan de sensor trillingen in alle richtingen in alle ruimtelijke richtingen meten en deze digitaal berekenen tot een "magnitude". De magnitude is de vectoroptelling van meer dan één as. De karakteristieke waarde "materiaalmoeheid (v-RMS magnitude)" komt bijvoorbeeld overeen met de vector optelling van de x-, y- en z-as. De grenswaarde voor de karakteristieke waarde v-RMS kunnen in aansluiting bij ISO 20816-3 via een systeemcommando afhankelijk van het machinetype worden ingesteld. De grenswaarden voor de overige karakteristieke waarden moeten empirisch over een langere tijdsperiode, bijvoorbeeld 2 weken, worden bepaald.

Net als bij bestaande IO-Link-trillingssensor VVB met één meetas, vertrouwt ook de nieuwe VVB op de beproefde schade-indicatoren voor het detecteren van materiaalmoeheid (v-RMS), schok (a-Peak), wrijving (a-RMS), oppervlaktetemperatuur en de Crest-factor in alle drie ruimtelijke assen. Zo kunnen verschillende schadescenario’s worden afgeleid van een trendstijging in een software of besturing.
Via de analysefuncties voor onbalansanalyse kunnen bijvoorbeeld afzettingen op rotorbladen, aankoeking op pompbladen of excentriciteit op een aandrijfmotor betrouwbaar worden gedetecteerd.
De geïntegreerde lageranalysefunctie BearingScout™, met een gepatenteerd algoritme, is ideaal voor het monitoren van lagerschade.
In beginsel kunnen alle machines met een aandrijfas, een riemaandrijving en overwegend constante bedrijfsomstandigheden (toerental & belasting) worden bewaakt. Het toerental van de applicatie moet meer dan 120 rpm bedragen. Doelmatige applicaties zijn centrifugaalpompen, ventilatie-systemen, staande lagers, vacuümpompen, separatoren en vele andere één-assige machines.

Onbalans: De Basic versie maakt een analyse van de onbalans in de sensor mogelijk; hierbij is alleen het toerental nodig. Het toerental kan statisch via IO-Link naar het apparaat worden geschreven of dynamisch via een PDout-signaal van de besturing worden gelezen. Er is een cyclisch event in de procesdatastroom die aangeeft dat de onbelanslimiet is overschreden.

BearingScout™: De DataScience-versie maakt naast de onbalansanalyse ook de kogellager-demodulatie mogelijk. Met behulp van een Envelope-analyse kan het kogellager in de sensor generiek worden bewaakt. Als alternatief kunnen ook de kogellager-frequentiefactoren (rangnummers) ook via IO-Link-parameters in de sensor worden geparametreerd. De BearingScout™ wordt continu binnen enkele milliseconden berekend en heeft daarom een doorslaggevend voordeel ten opzichte van de traditionele Envelope-curve.

Er is een cyclische event in de procesdatastroom die aangeft dat de onbalans/ kogellagerlimiet is overschreden.

Dankzij de gestandaardiseerde IO-Link-interface kan elke willekeurige IO-Link-parametreersoftware worden gebruikt, bijvoorbeeld de gratis ifm moneo configure software. Natuurlijk is het ook mogelijk de data volledig zonder extra software te gebruiken door de data via de IO-Link-master door te geven aan het besturingsniveau of een andere IT-systemen via MQTT of HTTPS REST. Hiervoor is in het download-gedeelte op de website onder het product een Python-functiebibliotheek beschikbaar voor eenvoudige integratie.