- IO-Link-modules
- Techniek
- Statusinformatie in procesdata
Statusinformatie in procesdata
Datacommunicatie van de master naar de uitgangsmodule
De PLC kan elke uitgang in elke uitgangsmodule besturen, die verbonden is met de IO-Link-master. De master verstuurt 4 byte cyclische data. De uitgang wordt geschakeld wanneer de betreffende bit in de procesdata “1” is.
Antwoord van de uitgangsmodule naar de master:
Op deze manier kan de PLC statusinformatie van elke module lezen. In byte 4 kan de module te lage spanning, kortsluiting en de algemene status van de module herkennen.
- Wanneer overbelasting of kortsluiting in een van de beide voedingsspanningen optreedt, worden alle foutindicatie bits van deze “zijde” op “1” gezet.
Is de som van de stromen aan een zijde te hoog, schakelt het apparaat de overbelaste zijde uit en blokkeert deze zijde. Om de uitgangen aan de zijde weer vrij te geven, zijn er 3 methoden:
Methode A:
- Via IO-Link-procesdata-uitgang byte 0 en byte 2 op 0 zetten
- De linkerzijde wordt weer vrijgegeven
- Via IO-Link-procesdata-uitgang byte 1 en byte 3 op 0 zetten
- De rechterzijde wordt weer vrijgegeven
Methode B:
- Module van voedingsspanning loskoppelen en weer aansluiten
- Beide zijden worden vrijgegeven
Methode C:
Nadat de oorzaak van de kortsluiting is verholpen, kan de gebruiker IO-Link-commando's versturen om de uitschakeling aan de linker- en de rechterzijde vrij te geven:
- 208 Resetten van de uitschakeling aan de linkerzijde
- 209 Resetten van de uitschakeling aan de rechterzijde
Bij te lage spanning aan de linker- of de rechterzijde geeft de UVL- of UVR-bit deze fout weer.
De “status”-informatie in byte 6 is een kopie van de variabelen [apparaatstatus] in het procesdatakanaal:
(0) Apparaat is OK
(1) Onderhoud noodzakelijk
(2) Buiten de specificatie
(3) Werkingscontrole
(4) Uitval