FAQ en woordenlijst van IO-Link

Apparaat voor het omzetten van elektrische signalen in kinetische energie.

Een A-poort is voor apparaten met een voedingsspanning, een B-poort voor apparaten met een galvanisch ontkoppelde, tweede voedingsspanning, zoals bij actuatoren.

Data dat door de besturing alleen wordt verzonden na een opdracht (bijv. parametergegevens, diagnosegegevens).

Data dat in beide richtingen wordt verzonden (van en naar de IO-Link-master). De sensoren kunnen dus tijdens de inzet worden geparametreerd en uitgelezen.

IO-Link-dataoverdrachtssnelheden. Per cyclus kan tot 32 bit tussen IO-Link-apparaat en IO-Link-master worden verzonden. Bij COM1 worden deze met 4,8 kBit/s verzonden, bij COM2 met 38,4 kBit/s en bij COM3 met 230,4 kBit/s.

Een device kan een sensor, een actuator of een hybride apparaat zijn. Het is een passieve deelnemer en reageert alleen op oproepen van de master.

Digitale ingang/digitale uitgang

Device Type Manager (fabrikant-specifiek stuurprogramma)

Bij gebruik van IO-Link krijgt de gebruiker via een poort van een sensor-actuator-apparaat zowel ingangs- als uitgangsgegevens. Het klassieke verschil tussen poorten als ingang of uitgang wordt opgeheven. Bij standaardbedrijf zonder IO-Link laat elke poort een voor IO-Link geschikt apparaat verder als ingang of uitgang configureren.

Per event kan het apparaat een niet-correcte werking aan de master melden. Dat gebeurt door het instellen van een bit in de interface. De master leest dit event met een klassieke foutcode.

Field Device Tool (bijv. ifm Container)

Apparaat-basisbestand - beschrijft een interface naar het apparaat dat op de veldbus moet worden aangesloten. GSD-bestanden zijn beschikbaar als bestand en worden door de fabrikant van het apparaat meegeleverd.

Bedienings- en bewakingsapparaat van het automatiseringssysteem (Human Machine Interface).

In tegenstelling tot gateways vormen hubs verbindingen tussen gelijksoortige interfaces, bekend zijn USB-hubs.

Een combinatieapparaat dat zowel sensor- als ook actuatorfuncties combineert.

De internationale norm IEC 61131 regelt de basisprincipes van de besturingen met programmeerbaar geheugen. Deel 9 beschrijft IO-Link onder de aanduiding Single-drop digital communication interface for small sensors and actuators (SDCI).

Elektronische apparaatbeschrijving van het apparaten (IO Device Description).

Veldcomponent dat door een IO-Link-master wordt gecontroleerd en bestuurd.

Zorgt voor de verbinding tussen een bovenliggende veldbus en de IO-Link-apparaten. De IO-Link-master controleert en bestuurt de IO-Link-apparaten.

Beschrijft een proces gerelateerd niveau van een meerlaags productiemanagementsysteem en/of productiecontrolesysteem. Het onderscheidt zich van soortgelijk functionerende systemen voor de productieplanning, de zogeheten ERP-systemen (Enterprise Resource Planning), door de rechtstreeks aansluiting op de onderlinge systemen van de procesautomatisering. Het MES maakt het monitoren, regelen, besturen en de controle van de productie in realtime mogelijk. Daartoe behoren klassieke dataregistraties en -voorbereidingen, zoals bedrijfsdata registratie, machinedata registratie en personeelsdata registratie maar ook alle andere processen die een bijna realtime effect hebben op het fabricage-/productieproces.

Is een IO-Link-communicatiekanaal.

Een IO-Link-master met IO-Link-specificatie 1.1 kan als parametreringsserver voor het IO-Link-apparaat fungeren.

Een point-to-pointverbinding is een rechtstreekse verbinding tussen twee punten, secties of apparaten.

Apparaat voor het meten en omzetten van fysische waarden in elektrische grootheden.

Standard Input Output: In deze modus worden conventionele, digitale apparaten bij aansluiting op een IO-Link-masterpoort maar ook IO-Link-sensoren toegepast zonder gebruik te maken van een IO-Link-structuur.

Een PLC is een industriële computer die gebruikt wordt voor de besturing of regeling van een machine of installatie en op digitale basis wordt geprogrammeerd. De gebruiker programmeert een PLC op basis van zijn installatiewensen. De periferiesignalen worden via in-/uitgangsmodules of veldbusmasters en decentrale veldbusslaves ingelezen resp. aangestuurd.

Busdeelnemer die niet zelfstandig communiceert, maar uitsluitend reageert op oproepen van de master.

De conversietijd is de duur die de A/D-omvormer nodig heeft om de meetwaarde te registeren, maar ook de duur de meetwaarde, informatie van de diagnose en draadbreukbewaking in de module te verwerken.

Gegevens die automatisch en in regelmatige intervallen door de besturing worden verzonden (procesdata, status).

De cyclustijd omvat bij een besturing de verwerkingstijd die nodig is om het programma vanaf inlezen van de ingangen tot het aansturen van de uitgangen nodig is. Bij communicatiesystemen vormt de cyclustijd de tijd waarbij alle data met alle deelnemers is uitgewisseld en de cyclus weer opnieuw begint. Deze varieert bij IO-Link afhankelijk van de overdrachtssnelheid. Bij COM3 wordt een complete overdrachtscyclus in 0,46 milliseconden doorlopen. Bij COM2 bedraagt de cyclustijd 2,3 milliseconden.