Q: Op welke manier kunnen glycol- resp. viscositeitscompensatiecurves voor de vortex-doorstromingssensoren worden berekend?

De werkwijze voor het bepalen van de correctiefactor met behulp van een SV5051 is als volgt: 1. Glycolwaarde en werktemperatuur van het glycol dat bedoeld is voor het gebruik moet worden getest, om de kinematische viscositeit (v) te bepalen. 2. Aan de hand van de berekende viscositeitswaarde de correctiefactor Qo berekenen en opslaan in de besturing. 3. Aan de hand van de berekende viscositeitswaarde de reactiedrempel Q(min) berekenen en opslaan in de besturing.

Q: Welk gedrag kan worden verwacht bij deeltjes, luchtbellen en afzettingen?

Wanneer zich deeltjes in het medium bevinden, kunnen deze, afhankelijk van hun grootte, resulteren in een breuk van de piëzo-keramische sensor. Als er maar een geringe hoeveelheid deeltjes aanwezig zijn, is een breuk van de componenten onwaarschijnlijk. In dat geval moet echter wel rekening worden gehouden met een verminderde nauwkeurigheid, omdat onder omstandigheden geen laminair stromingsprofiel meer gecreëerd wordt, wat doorslaggevend is voor de wervelvoortplanting. Luchtbellen veroorzaken hetzelfde effect. Afzettingen rondom het wervelelement zorgen eveneens voor onnauwkeurige meetresultaten omdat die de wervelvoortplanting beïnvloeden.

Q: Waarop moet worden gelet tijdens de montage en moet men rekening houden met de aan- en afvoerroutes?

Het vortexmeetprincipe reageert sterk op directe verstoringen, waardoor er gelet moet worden op aan- en afvoerleidingen. In principe moet de sensor niet in valpijpen worden gemonteerd. Zijn er geen ideale bochten, dan moet een aanvoerleiding van 5 x DN en een afvoerleiding van 1 x DN worden aangehouden. Na een klep of een pomp moet een aanvoerleiding van 25 x DN in acht worden genomen. Na bochten van 90° of grote vernauwingen in de leiding gelden aan- en afvoervoorwaarden van 15 x DN. Worden de aan- en afvoerroutes niet aangehouden, moet rekening worden gehouden met nauwkeurigheidsverliezen.

Q: Ontstaat er een drukverlies bij het meetprincipe?

Ja, maar dat is bijzonder klein. Er bevinden zich geen bewegende onderdelen in het medium zoals bijvoorbeeld bij schoepenwielen. De technische databladen van de betreffende apparaten bevatten de drukverlieskarakteristieken, die inzicht bieden in de drukverlaging in verhouding tot de doorstroomhoeveelheid. Drukverliescurve van een SV5051:

Question 1

Welke media kunnen worden gemeten met de vortex-doorstromingssensoren?

Accepted Answer

Vortex-flowsensoren zijn geschikt voor de meting van gedemineraliseerd water en andere niet-geleidende media, water en op water gebaseerde media, zoals glycolmengsels. Het aandeel glycol in het water kan tot 60% bedragen. De technische databladen van de betreffende apparaten bevatten karakteristieken voor het berekenen van de correctiefactoren.

Question 2

Kan ik bi-directioneel meten?

Accepted Answer

Vortex-doorstromingssensoren kunnen niet bi-directioneel meten. De reden daarvoor ligt in het meetprincipe en de daarmee samenhangende plaatsing van het deltavormige interferentie element en de daarachter liggende piëzo-keramische sensor. Het wervelelement creëert aan beide zijden wervelingen die de sensor registreert. Bij bekende diameters kan uit het aantal wisselende wervelingen de doorstroomhoeveelheid worden berekend.

Question 3

Welk gedrag is te verwachten bij viscositeitsveranderingen?

Accepted Answer

Verandert de viscositeit van het medium als gevolg van het toevoegen van additieven e.d., dan moet rekening worden gehouden met een verhoogde meetafwijking.
Na het uitvoeren van een glycol- of viscositeitscompensatie bestaat er de volgende meetnauwkeurigheid:

v < 4 cSt meetnauwkeurigheid 3% MEW
4 < v < 14 cSt meetnauwkeurigheid 4% MEW

Question 4

Op welke manier kunnen glycol- resp. viscositeitscompensatiecurves voor de vortex-doorstromingssensoren worden berekend?

Accepted Answer

De werkwijze voor het bepalen van de correctiefactor met behulp van een SV5051 is als volgt:

1. Glycolwaarde en werktemperatuur van het glycol dat bedoeld is voor het gebruik moet worden getest, om de kinematische viscositeit (v) te bepalen.

2. Aan de hand van de berekende viscositeitswaarde de correctiefactor Qo berekenen en opslaan in de besturing.

3. Aan de hand van de berekende viscositeitswaarde de reactiedrempel Q(min) berekenen en opslaan in de besturing.

Question 5

Welk gedrag kan worden verwacht bij deeltjes, luchtbellen en afzettingen?

Accepted Answer

Wanneer zich deeltjes in het medium bevinden, kunnen deze, afhankelijk van hun grootte, resulteren in een breuk van de piëzo-keramische sensor. Als er maar een geringe hoeveelheid deeltjes aanwezig zijn, is een breuk van de componenten onwaarschijnlijk. In dat geval moet echter wel rekening worden gehouden met een verminderde nauwkeurigheid, omdat onder omstandigheden geen laminair stromingsprofiel meer gecreëerd wordt, wat doorslaggevend is voor de wervelvoortplanting. Luchtbellen veroorzaken hetzelfde effect. Afzettingen rondom het wervelelement zorgen eveneens voor onnauwkeurige meetresultaten omdat die de wervelvoortplanting beïnvloeden.

Question 6

Waarop moet worden gelet tijdens de montage en moet men rekening houden met de aan- en afvoerroutes?

Accepted Answer

Het vortexmeetprincipe reageert sterk op directe verstoringen, waardoor er gelet moet worden op aan- en afvoerleidingen. In principe moet de sensor niet in valpijpen worden gemonteerd. Zijn er geen ideale bochten, dan moet een aanvoerleiding van 5 x DN en een afvoerleiding van 1 x DN worden aangehouden. Na een klep of een pomp moet een aanvoerleiding van 25 x DN in acht worden genomen. Na bochten van 90° of grote vernauwingen in de leiding gelden aan- en afvoervoorwaarden van 15 x DN. Worden de aan- en afvoerroutes niet aangehouden, moet rekening worden gehouden met nauwkeurigheidsverliezen.

Question 7

Ontstaat er een drukverlies bij het meetprincipe?

Accepted Answer

Ja, maar dat is bijzonder klein. Er bevinden zich geen bewegende onderdelen in het medium zoals bijvoorbeeld bij schoepenwielen. De technische databladen van de betreffende apparaten bevatten de drukverlieskarakteristieken, die inzicht bieden in de drukverlaging in verhouding tot de doorstroomhoeveelheid.

Drukverliescurve van een SV5051:

Vortex-flowsensoren voor industriële omgevingen

Productvoordelen van de vortexsensor

Use cases voor de vortexsensor

Andere toepassingen van onze klanten

Toepassingsverslag: BOSAQ

Urban Crop Solutions

Starrag

Systeemaansluiting van vortexsensoren

Productoverzicht

FAQ over vortex-doorstromingssensoren

De technologie van de vortex-flowsensoren